De grootste en meest iconische fontein in de stad, de Trevi-fontein is een van de belangrijkste toeristische attracties van Rome en Italie. Schitterend met beeldhouwwerken van fabels en mythen, trekt de fontein jaarlijks duizenden toeristen die voor een beetje geluk allemaal graag hun munten gooien in het water.
De Trevi-fontein (Fontana di Trevi) is een iconisch achttiende-eeuws monument in Rome gesitueerd in de wijk Quirinale. De Trevifontein is gelegen aan het einde van de Aqua Virgo, een aquaduct gebouwd in 19 voor Christus door Agrippa, zoon van keizer Augustus. Al in de vijftiende eeuw werd hier een kleine Trevifontein gebouwd tijdens het pausdom van Nicolaas V.
Paus Clemens XII gaf in 1732 Nicolas Salvi de opdracht een grote fontein te creëren en de bestaande fontein te vervangen. Nicola Salvi zag zijn fontein nooit voltooid. Het ontwerp werd na zijn dood in 1751 voortgezet door Giuseppe Pannini en pas elf jaar later, in 1762 voltooid.
De fontein, die is ontworpen als een monumentale triomfboog, werd gebouwd tegen een muur van het Palazzo Poli. Water stroomt over kunstmatige rotsen in een groot halfrond bekken dat de zee vertegenwoordigt. Een oogverblindende voorstelling van verschillende oude goden en voorzien van prachtige fresco’s met mythen en legenden. Elke dag stroomt er zo’n tachtig miljoen liter water door de fontein. Het water wordt hergebruikt in verschillende andere Romeinse fonteinen. De fontein meet twintig meter breed en zesentwintig meter hoog en beslaat meer dan de helft van het plein.
Zelfs bij regen is het plein overvol
De traditie wil dat je terugkeert naar Rome als je een muntje gooit met je linkerhand over je rechterschouder met je rug naar de fontein. Het is niet toegestaan om te kijken tijdens het opgooien van de munt, maar de fontein is zo groot dat het bijna onmogelijk te missen is. De Trevi-fontein trekt hordes met toeristen die graag hun munten gooien in haar wateren om de terugkeer naar Rome te verzekeren -, zoals de mythe voorspeld.
